Coronaboete: hoe denkt de kantonrechter erover?

Ter voorkoming van verdere verspreiding van het coronavirus zijn door de politie en boa’s talloze boetes van € 390,– uitgedeeld aan degenen die geen 1.5 meter afstand hielden en/of in grote groepen bijeen waren gekomen. Dat deze boetes – en het feit dat je er toen nog een stafblad voor kon krijgen – voor veel discussie hebben gezorgd in zowel de samenleving als de politiek is geen nieuws. Maar hoe denkt de rechter er nu over als je in verzet gaat tegen de boete? Op 7 oktober 2020 heeft een kantonrechter in 21 zaken geoordeeld over diverse verweren tegen coronaboetes. Hierbij heeft hij een aantal verweren gebundeld en uitgelegd hoe hij erover denkt. Wat zijn nu doorgaans de verweren en wat voor kans van slagen hebben zij?

Inbreuk op het recht op privéleven door de 1,5 meter?                       

De kantonrechter vindt de inbreuk beperkt, als er überhaupt kan worden gesproken over een inbreuk. Van belang is dat mensen nog steeds de mogelijkheid hebben om met anderen af te spreken in de openbare ruimte. Zolang zij 1.5 meter afstand houden tot anderen die niet tot hun eigen huishouding behoren. Daar staat het gerechtvaardigd belang tegenover van de overheid om de publieke gezondheid te beschermen tegen de uitbraak van het coronavirus. Het argument van inbreuk op privéleven heeft dus geen kans van slagen.

Eerst waarschuwing, dan pas boete?

Hoewel de politiek en de Minister van Justitie en Veiligheid het beeld schetsen dat in plaats van direct een coronaboete, eerst zou worden gewaarschuwd, heeft het Openbaar Ministerie hier nooit haar beleid van gemaakt. Een waarschuwingsplicht is dus niet opgenomen voor de opsporingsambtenaren, zodat zij bevoegd zijn om bij een overtreding direct een boete uit te schrijven. Ondanks dergelijke tegenstrijdige berichten is de kantonrechter dus van oordeel dat direct een coronaboete in plaats van een waarschuwing gerechtvaardigd is.

Hier komt bij dat de kantonrechter van oordeel is dat het beroep op willekeur/het gelijkheidsbeginsel niet is geschonden wanneer je voor het niet houden van afstand wel een boete krijgt en een ander voor exact dezelfde overtreding niet. Een opsporingsambtenaar krijgt de vrijheid om elke individuele situatie in te schatten.  Hoewel deze overwegingen van de kantonrechter wrang aanvoelen, gaat in de huidige praktijk een beroep op willekeur of het gelijkheidsbeginsel zelden op. Wat in mijn ogen overigens niet wil zeggen dat een beroep hierop bij voorbaat kansloos is.

Wat is nu een verboden samenkomst?

In elk geval zijn ‘coronafeestjes in studentenhuizen, garages, loodsen en dergelijke’ verboden samenkomsten. De kantonrechter geeft er een meer concrete definitie aan. Namelijk dat met een samenkomst is bedoeld een bijeenkomst in min of meer georganiseerd verband met een groep van enige omvang. Zo is de rechter van oordeel dat een ontmoeting van een groepje vrienden op straat niet onder samenkomst valt. Ook niet als deze ontmoeting van tevoren is afgesproken. Wel geldt uiteraard de 1,5 meter afstand regel. Bij een beschuldiging van het deelnemen aan een openbare samenkomst, raad ik dus aan om goed met je advocaat na te gaan of er wel sprake is van een samenkomst.

Hoe zit het met 1,5 meter afstand in de auto?

Het antwoord is simpel. Ook in de auto moet je 1,5 meter afstand houden. Het verweer dat men dit niet wist is door de kantonrechter van tafel geveegd. Van een uitzondering als je in de auto zit is geen sprake. Nu zijn deze overtredingen in de periode begaan toen de regels strenger waren. Het advies is om hier steeds na te gaan of er versoepelingen zijn doorgevoerd of juist beperkingen. In elk geval is het” Ich weiß es nicht” verweer kansloos.

De hoogte van de coronaboete matigen?

Ondanks dat er een wetsvoorstel ligt om de maximumstraf op overtreding van de 1,5 meter norm op € 95,– te stellen, is het Openbaar Ministerie van mening dat het oorspronkelijke boetebedrag van € 390,– als uitgangspunt gehandhaafd moet blijven. Dit vanwege het behouden van consistentie in het

handhavingsbeleid. De rechter ziet dit gelukkig anders. Er is in de politiek duidelijk sprake van een voortschrijdend inzicht en in het publieke debat een morele verontwaardiging ten aanzien van de hoogte van de boete. Omdat het uiteindelijk aan de rechter is om een passende boete op te leggen, heeft de kantonrechter de boete gematigd naar het bedrag van € 95,– in plaats van € 390,–. Ontvang je nog de boete van € 390,–, dan is het zeker de moeite waard om hiertegen in verzet te gaan.

Conclusie

Tenslotte is het nog van belang wat er precies door de politieagent of boa is waargenomen. De waarneming van het niet houden van afstand dient voldoende feitelijk te zijn omschreven. Bij een coronaboete is het dus in veel gevallen de moeite waard om in verzet te gaan. Met wat de kantonrechter op 7 oktober 2020 in 21 zaken heeft geoordeeld is er een goed overzicht ontstaan van wat wel en wat niet haalbaar is.

Heb je vragen of wil je weten wat je kansen zijn bij het aanvechten van een coronaboete? Bel of mail mij vrijblijvend voor juridisch advies!